Gunung Kawi in Oost-Java voor wie snel rijk wil worden

Gunung Kawi in Oost-Java voor wie snel rijk wil worden

door Hans Rolloos

Gunung Kawi in Oost-Java voor wie snel rijk wil worden

What can I do for you?

ZELF NAAR Indonesie?

Bekijk alle 221 reizen naar Indonesie

Het moet ergens in de tachtiger jaren geweest zijn dat ik een afspraak had met een iemand van de Nederlandse Ambassade in het Borobudur Hotel in Jakarta. Ik was tien minuten te vroeg en liep wat rond door het foyer in het hotel. Ik passeerde een kleine kiosk waar edelstenen verkocht werden. Vooral opaalstenen. In de kiosk was een blanke man aanwezig van naar schatting 25 jaar. Hij was een tijdschrift aan het lezen. Ik liep de kiosk binnen en groette hem zowel in het Engels als in het Indonesisch. De man keek me vriendelijk aan, hij legde het tijdschrift neer en pakte een schrift en een balpen. Welcome, schreef hij in het schrift, how can I help you? Het duurde even voordat ik op zijn vraag kon ingaan. Waarom gebruikt hij een schrift om dit te vragen en praat hij niet gewoon met me? “You have a nice collection of opal stones”, zei ik tegen hem. “Yes, I am specialized in these stones. They are not only beautiful, but also very powerful. They support your health in many ways and they control your emotions”, schreef hij opnieuw in zijn schrift. We communiceerden op deze bijzondere manier nog wat verder en toen vertelde ik hem dat ik een afspraak had en nog wel eens keer terug zou komen.

Thuisgekomen later in de middag vertelde ik Flora over mijn ontmoeting met de man in het Borobudur Hotel. Flora: “Hans, ik ken die man. Hij is een Amerikaan en was verbonden aan USAID in Jakarta. Ik werkte daar vroeger ook. Hij was toen straatarm en nu heeft hij een kiosk in een vijfsterrenhotel en een dure collectie van edelstenen. Ik weet hoe dat kan. Hij is naar Gunung Kawi geweest in Java. Hij heeft daarna ook een Indonesische naam aangenomen.”

Ik had al veel gereisd door Java en samen met Flora al de nodige vulkanen bezocht. De Tangkuban Prahu bij Bandung, de Bromo in Oost-Java, de Merapi in Midden-Java. Maar de Kawi Vulkaan was nieuw voor me.

Daar wilde ik meer van weten. Als eerste ontdekte ik dat de eponiem voor ‘Kawi’ afkomstig is van een taal die in de 8ste Eeuw op Java werd gebruikt. In het Sanskriet betekent ‘Kawi’ dichtkunst, wijsheid en gebeeldhouwd object. Een object afkomstig van de Berg van Wijsheid en de Dichters. De naam ‘Kawi’ komt niet alleen op Java op verscheidene plaatsen voor. Op Bali is in Tampaksiring de Kawi Tempel. 

Gelegen in Midden-Java

Gunung Kawi is gelegen in het dorp Wonosari niet ver van de stad Malang in Oost-Java. Het is een vulkaan van het stratotype. Wanneer de laatste eruptie heeft plaatsgevonden is niet bekend.  Op de zuidelijke gelegen helling van de vulkaan op 2.500 meter boven zeeniveau is een kleine begraafplaats met daarin opgenomen de graven van twee belangrijke personen uit de geschiedenis van Indonesië. In het eerste graf ligt Iman Soedjono een van de zeventig edelmannen die het in de periode 1825 – 1830 gedurende de Java Oorlog onder leiding van Prins Diponegoro opnam tegen het Nederlandse koloniale bestuur. Naast hem is het graf van Mbah Djoego ook bekend als Kiai Zakaria II die later in de jaren na 1830 bekendheid kreeg onder de boeren omdat hij een nieuwe landbouwtechniek had ontwikkeld. Zakaria II was een fervente vechter en ook de geestelijke adviseur van Diponegoro. Beiden zijn ze afstammelingen van het Mataram Koninkrijk. Het verhaal gaat dat Iman Soedjono en Zakaria II na de oorlog hun toevlucht hebben gezocht bij de Gunung Kawi.

Bijzondere gaven

Vanwege hun afkomst en staat van dienst kregen ze bij de lokale gemeenschap veel aanzien. Al snel werd beweerd dat ze bijzondere gaven hadden. Voor maar ook na hun dood, Zakaria II in 1871 en Soedjono in 1876, gebeurden er allerlei wonderen. Mensen die hun graf bezochten werden genezen van hun ziekten en anderen ervaarden plotselinge rijkdom. Deze verhalen kwamen naar buiten en trokken mensen aan uit andere delen van Indonesië. Met name Indonesische Chinezen. Dat lijkt bijzonder omdat Iman Soedjono en Zakaria II streng gelovig islamiet waren en Chinezen over het algemeen de Boeddhistische Confucius leer aanhangen of Christen zijn.  Het duurde dan ook niet lang dat naast de moskee die na de dood van beide geëerde mannen werd gebouwd een Chinese Tempel, een ’Klenteng’ verscheen. De tempel werd gewijd aan de godin Kwam Im die in veel Aziatische landen aanbeden wordt. Het verhaal gaat dat de oorsprong van Kwam Im in India ligt in de tijd dat Boeddha leefde. Kwam Im was aanvankelijk een ‘Hij’, maar werd later een ‘Zij’. Volgens de huidige Dalai Lama zou hij een reïncarnatie van Kwam Im zijn. Een van de redenen dat Kwam Im veel aanzien geniet is omdat ze twintig levensgeboden heeft ingesteld. Zo luidt het twintigste gebod: ‘Als je bidt zal je gebed zeker verhoord worden. Heb daarbij echter geduld en volg het juiste pad.’ Nu dat is precies wat de bezoekers aan Gunung Kawi voor ogen hebben. Dat hun wensen zullen uitkomen.

Naast de moskee en tempel zijn er twee andere bijzonderheden in Gunung Kawi. Zoals de heilige boom, de ‘dewandaru’ die vlak naast de begraafplaats staat. Over de oorsprong van de boom gaan verscheidene verhalen rond. Sommigen geloven dat de boom is voort gegroeid uit de wandelstok, die Zakaria II in de grond had gestoken om de bewoners van Wonosari te beschermen. Anderen zeggen dat de boom uit China afkomstig is. Het belangrijkste voor de pelgrims is echter een blad of twijg van de boom te bemachtigen als een talisman die je rijk maakt.

Dan is er niet ver van de tempel nog een derde gebouw waar volgens overlevering de kluizenaar Prabu Kameswara verbleef. Prabu was een Hindoe prins van het Kediri Koninkrijk. De prins was diep gelovig en leefde het liefst in afzondering. Zijn meditatie schijnt een aantal malen geholpen te hebben politieke geschillen in het koninkrijk op te lossen.

Tong laten afsnijden

De belangrijkste activiteit die pelgrims bij hun bezoek aan Gunung Kawi volbrengen is ‘pesugihan’. ‘Pesugihan’ komt voort uit het Javaanse woord ‘sugih’, wat rijk betekent. Het doel van het ritueel van ‘pesugihan’ is om ogenblikkelijk rijk te worden of van een ongeneselijke ziekte te herstellen. Maar dan niet zonder er iets voor terug te geven.  Je moet iets wat voor je belangrijk is of dierbaar offeren. En dat heeft ook de Amerikaan van de winkel in het Borobudur Hotel gedaan bij zijn bezoek aan de Gunung Kawi. Hij zou rijk worden zo werd hem door de ‘Juru Kunci’, de Sleutelbewaarder, duidelijk gemaakt, maar zou een offer moeten brengen.  De Amerikaan zo had Flora gehoord koos er voor zijn tong te laten afsnijden en aldus zijn verdere leven niet meer te kunnen praten.

Bezoek aan Gunung Kawi, verslag

Al weer een tijd geleden brachten Flora en ik een bezoek aan Gunung Kawi. We maakten toen een reis door Midden- en Oost-Java.

Ons verslag van die dag.

We vertrekken in de vroege ochtend vanuit Malang richting Wonosari en nemen vandaar de weg naar boven richting het Gunung Kawi complex. Een slingerende weg met beide kanten een rijke begroeiing van rijstvelden, terrassen met bananenbomen en andere vruchten, bamboebosjes en resten oerwoud brengt ons tot de hoofdingang van het complex.

We parkeren onze auto en geven de parkeerwachter alvast een voorschot op de parkeergelden.

Vervolgens moeten we nog een flink stuk klimmen over een brede 750 meter lange steile aangelegde trap om bij de begraafplaats en de godsdienstige gebouwen te komen. We zijn vandaag niet de enige bezoekers. Met ons klimmen mee niet alleen Chinese Indonesiërs, maar ook veel Indonesische islamieten en christenen. We zien oude mensen die langzaam, ’pelan pelan’, stap voor stap naar boven gaan. Sommigen worden zelfs gedragen. Er zijn ook zieke mensen bij die door familieleden worden geholpen. Bij het begin wordt door onze gids, Adi, die we hebben ingehuurd aangeraden bloembladeren en oude munten te kopen. Het is niet verplicht maar het zal helpen als we eenmaal boven gekomen onze wensen voorleggen.

Aan beide zijden van de trap zijn kleine hotelletjes, logementen, rustplaatsen, winkeltjes met lokaal gemaakte souvenirs en eethuisjes. Deze verkopen gestoomd mais, gekookte cassave, honing en lokale lekkernijen. “Mister, mister, buy here, cheap, wherefrom Belanda, Belanda good, erreggg lekkkerrr”. Dan zijn er ook de nodige bedelaars. Een blinde man vergezeld door zijn vrouw en dochter en een jonge man zonder benen.

Adi wijst op de langs de trap in 1871 aangebrachte reliëfs die het verhaal vertellen hoe Zakararia II samen met Prins Diponegoro en Soedjono hebben gevochten tegen de koloniale bezetters.  

Twintig minuten later komen we aan bij de ‘Klenteng’, de Chinese Tempel. Adi vertelt dat de tempel de laatste tientallen jaren verscheidene malen is herbouw en uitgebreid dankzij de gaven van bezoekers wiens wensen in vervulling zijn gegaan. Dat is ook met de moskee gebeurd.

We gaan de tempel in.  Een walm van brandende wierook en de geur van brandende kaarsen komt ons tegemoet.  Behalve Chinezen zien we ook islamitische vrouwen met hoofddoeken en islamitische mannen in sarongs.  De Chinezen komen hier voor hun ‘kau cam si’. Dat houdt in het orakel raadplegen met behulp van bamboestokjes genummerd van 1 tot 100. Deze zitten in een open bamboe koker.

We zien een man de koker oppakken en deze schudden. Na twee minuten valt er een bamboestokje op de rode vloer. Ze pakt het stokje op en gaat naar een kastje met kleine vakjes die net als de stokjes genummerd zijn van 1 tor 100.  In de vakjes zijn de toekomstvoorspellingsboodschappen opgeslagen. Als de man zijn boodschap leest, zien we dat hij zijn hand over zijn hart strijkt. Hij loopt naar zijn vrouw die ook in de tempel is en laat haar de boodschap lezen. Even later zien we een moslima hetzelfde doen. Ook zij lijkt een goede boodschap te hebben. Ik moet denken aan een goede vriend van ons die al weer een tijd geleden een 600 jaar oude ‘Klenteng’ in Banten in West-Java bezocht. Ook hij liet zijn toekomst voorspellen met ‘kau cam si’. Wat lacherig liep hij naar het kastje met de toekomstpapiertjes. Toen hij de boodschap begon te lezen zag ik hem krijtwit worden. Hij gaf het papertje aan mij en inderdaad zowel met zijn gezondheid en zijn financiële situatie zag het er slecht uit. Twee dagen daarna verloor hij zijn werkopdracht in Jakarta en zes maanden later overleed hij aan tbc.

Graven en Heilige Boom, de ‘dewandaru’

We verlaten de tempel en gaan naar de hoger gelegen moskee waar ook de graven zijn van Soedjono en Zakaria II.

Op weg naar de moskee passeren we ook een hindoetempel, de Purba Agung, bij de plaats waar de Hindoe Prins Prabu Kameswara als kluizenaar heeft geleefd. 

Aangekomen bij de moskee zien we zowel islamieten als Chinezen. Welke religie je hebt is niet belangrijk bij een bezoek aan Gunung Kawi. Tenslotte kom je allemaal voor hetzelfde doel. En waarom zou je dat ook anderen niet gunnen? Vlak bij de graven is de heilige ‘dewandaru’ boom. Om de zes meter hoge boom staat een ijzeren hek met de boodschap geen bladeren van de boom te plukken. Wel mogen bladeren die buiten het hek vallen worden meegenomen. Adi wijst naar een paar mensen die bij het hek zitten te wachten in de hoop dat er blad valt. Dan raadt Adi aan toch vooral het heilige ‘zamzam’ water bij de graven te drinken. We lopen naar twee grote glazen vazen met onder in een kraantje.  De man die bij de vazen staat zegt dat we wel een bijdrage moeten leveren en wijst dringend op een houten kistje op een tafel. Als Flora twijfelt zegt hij dat ze echt dat water moet drinken. “Het geneest tegen alles en het houdt je jong”. Flora bedankt voor zijn aanbod en ik drink een glas.

‘Juru Kunci’

Niet ver van de moskee bevindt zich het kantoor van de ‘Juru Kunci’, de geestelijke verantwoordelijke voor alle geestelijke zaken en toezichthouder op de graven bij Gunung Kawi. Wie echt zijn geluk wil beproeven en rijk wil worden moet bij hem zijn. Hij zal je wensen aanhoren en mogelijk werkelijkheid laten worden. Maar om daarbij te helpen is het belangrijk een ‘selamatan’, een religieuze maaltijd, te houden en om het volmaakt te maken deze maaltijd te laten samengaan met een gamelan voorstelling allemaal volgens de traditionele Javaanse ‘kejawen’ rituelen, die gebaseerd zijn op een mengeling van geloven zoals Boeddhisme, Islam, Soefi en animisme.

Bij het kantoor van de ‘Juru Kunci’ staat een bord wat de kosten van een ‘selamatan’ en een gamelanvoorstelling zijn, waarvan de laatste indien dat gevraagd wordt ongestoord enkele dagen kan duren. Ik zie dat de kosten gemakkelijk duizenden Euro’s kunnen zijn. “Dat lijkt veel,” legt Adi uit als ik hem dar naar vraag. “Maar stel dat je daar schatrijk mee wordt, waarom zou je dat dan niet doen”. Als voorbeeld noemt hij de eigenaar van de sigarettenfabrikant Bentoel, Ong Hok Liok. Toen begon met de opzet van zijn fabriek kampte hij met enorme schulden en machtige concurrenten. Ook leed hij ook nog eens aan een heel ernstige nierziekte. Hij bezocht Gunung Kawi en ontmoette de ‘Juru Kunci’. Binnen een jaar streefde hij de concurrentie voorbij en was zijn zieke nier genezen. Uit dankbaarheid stelde hij een groot bedrag beschikbaar om de Chinese tempel uit te breiden.

Intussen zien we dat er meer mensen komen. Dat komt omdat het vandaag donderdag is. Donderdagavond wordt door de Javanen ‘Juma’at Wage’ genoemd, de vooravond van vrijdag. Vanavond zijn de geesten extra actief. De beste tijd om Gunung Kawi te bezoeken is volgens Adi echter ‘Juma’at Legi’ de 210ste dag op de Javaanse kalender.

Als ik Adi vraag naar de ‘tumbal’, de offers die door hun bezoek aan Gunung Kawi rijk geworden mensen moeten brengen, geeft hij ontwijkend antwoord. “De code is hier dat je daar niet over praat. Maar het te maken offer kan heel ver gaan. Ik heb over mensenlevens gehoord. Zo kwam hier iemand uit Bandung die toen hij thuis kwam ontdekte dat zijn dochter geestelijk ziek was geworden. Maar er zijn ook uitzonderingen. Ik heb mensen gezien met zwaar gehandicapte kinderen die genezen naar huis gingen. Ook mensen met kanker. Van deze wordt geen ‘tumbal’ gevraagd”. 

Bij de tempel doen we de ‘Lucky Money’ die we in de tempelwinkel gekocht hebben in een rode verbrandingsoven en gaan onze weg terug naar onze auto. Terwijl we toen we naar boven gingen maar een paar bedelaars zagen zijn er nu tientallen. ‘Give money, give dollar, miskin (ben arm), anak sakit (ziek kind), swami mati (man is dood)’, schreeuwen ze ons toe. Adi adviseert ze niets te geven. “Het zijn gewoon de mensen die hier bij de tempel wonen. Het zijn geen echte bedelaars.” Als de mensen horen wat Adi tegen ons zegt beginnen ze tegen hem en ons te schelden en verwensingen te maken. “Hans”, zegt Flora. “Er zal ons niets gebeuren en vergeet niet dat je zoeven heilig ‘zamzam’ water hebt gedronken”.  

Terug in Jakarta lees ik in een lokale krant het verhaal van Agus. Agus startte een paar jaar geleden een handel in motorfietsen. Een groothandelaar in motorfietsen zou hem deze fietsen verschaffen en ook voor de inrichting van zijn winkel en showroom zorgen. Hij eiste 20.000 Euro als voorschot. Agus leende geld van de bank en maakte het bedrag over. De handelaar liet hem weten dat hij het bedrag ontvangen had, maar vroeg ‘sabar’, geduld, want de fabriek in Jakarta waar hij de motorfietsen kocht had productieproblemen en ook een tekort aan onderdelen die uit Japan moesten komen. Er gingen twee weken voorbij en Agus hoorde niets. Hij belde naar de handelaar en kreeg te horen dat de motorfietsen echt in korte tijd zouden worden geleverd. Agus wachtte een week, hij belde maar kreeg niemand aan de lijn en vervolgens was de telefoonlijn dood. Hij besloot direct de handelaar op te zoeken. Aangekomen op zijn adres vertelden de buren dat de man drie weken tevoren was verhuisd. Waar maar toe, dat wisten ze niet.

Agus was ten einde raad. De bank wilde dat hij de lening zo snel mogelijk terug betaalde en verhoogde de rente tot 10 procent. Agus werd wanhopig. Er zat niets anders op dan zijn huis te verkopen. Een huis dat hij zelf had gebouwd. Op een avond kwam een kennis langs. “Agus,” zo zei hij. “Heb je wel eens gehoord van de ‘pesugihan’ bij Gunung Kawi? Ik heb gehoord dat mensen die daar toegaan heel rijk kunnen worden. Zonder het zijn vrouw te vertellen vertrok Agus naar Gunung Kawi en ontmoette daar de ‘Juru Kunci’.  Deze luisterde geduldig naar het verhaal van Agus. “De geesten kunnen je helpen, maar verwachten een ‘tumbal’, een offer. Wat is het meest dierbare voor je?” Voordat dat hij het zich realiseerde, zei Agus: “Mijn zoon”. “Goed”, zei de ‘Juru Kunci’. ‘’Ga naar huis en kom terug met een kledingstuk van je zoon”.  En zo met deze boodschap ging Agus naar huis. Toen zijn vrouw hem vroeg waar hij geweest was, antwoordde hij ontkennend. ’s Avonds toen zijn vrouw en zoontje al sliepen pakte hij een hemd van zijn zoon en stopte deze in een tas. De volgende ochtend zou hij vroeg naar Gunung Kawi gaan. Met moeite en gek van het piekeren of hij wil de juiste beslissing had genomen, viel Agus in slaap. Hij droomde dat angstige geluiden kwamen uit de oude waterput achter zijn huis. Toen Agus zich in de richting van de put begaf, klonk het geluid steeds luider. Het was een angstaanjagend geschreeuw. Voorzichtig haalde Agus het houten deksel van de put en keek de put in. Onder in de put zag hij zijn zoontje die door twee zwarte slangen onder water werd getrokken. Hij kon elk moment verdrinken. “Bapa, bapa,” (vader, vader), schreeuwde het jongetje in doodsangst uit. Bezweet en stijf van de schrik werd Agus wakker. Hij besloot direct naar de moskee te gaan. Er was daar niemand. “Allah, Allah, help me, ik wil iets vreselijks doen, een grotere zonde bestaat er niet”. Langzaam kwam Agus tot rust, hij pakte een in moskee aanwezige Koran en begin verzen te lezen.

Een half uur later ging hij naar huis en legde het hemdje van zijn zoontje terug naast zijn bed.

Twee dagen later kreeg Agus bezoek van een oude man, een Hadji een man die Mekka had bezocht. “Ik ken je probleem”, zo zei hij tegen Agus. “Je hebt een wijs besluit genomen om niet te gaan. Je zal daarvoor beloond worden. Allahu Akbar, God is Groot, groter dan de duivelse geesten”. 

En zo gebeurde het. De bankdirecteur liet Agus naar zijn kantoor komen bood hem aan een extra lening te geven zodat hij toch met zijn motorfietszaak kon beginnen. Anderhalf jaar later had Agus een goedlopende zaak en zijn schulden afbetaald.

Niet zo lang geleden heb ik bij het Borobudur Hotel gekeken of de opaalwinkel van Amerikaan nog bestaat. Ik kreeg te horen dat de winkel in de jaren tachtig is gesloten. De Amerikaan had het huurcontract opgezegd en was weggegaan. Waar heen? Dat weet niemand. Ik vraag vervolgens of er nog winkel is in het hotel dat opaalstenen verkoopt. Nee, dat niet, maar mogen we u uitnodigen voor onze ‘Opal Coffee’ gemaakt van de beste koffiebonen uit Indonesië.  

Reizen Indonesie

Specialisten Indonesië

Stay tuned

Wil jij elke maand naar Indonesië?

  • Schrijf je in voor de maandelijkse nieuwsbrief boordevol foto's, prijsvragen en insider tips.
  • Ook ontvang je speciale deals van onze partners.
  • En profiteer je van de leukste kortingen op reisproducten.

Aanmelden nieuwsbrief

Indonesië kenner