De Dani volken in de Baliem Vallei zijn vooral beroemd om hun peniskokers. Pas in 1938 maakte de westerse wereld kennis met de Baliem Vallei op Papoea. Het is één van de laatste plekken op de wereld waar oeroude volken hun traditionele levenswijze in stand hebben kunnen houden.
Hoe lang zij dit nog vol kunnen houden, is de vraag. Er komt steeds meer aandacht voor de vallei en de inwoners zijn steeds nieuwsgieriger naar de buitenwereld. Vooralsnog is een trek door de vallei één van de meest bijzondere en avontuurlijke reizen die je in Indonesië kunt maken.
Veel verschillende stammen
De Baliem Vallei is ongeveer zestig kilometer lang en zestien kilometer wijd en ligt in het centrale berggebied van Papoea. In de vallei leven ongeveer 120.000 mensen, die Dani worden genoemd.
Dani is de overkoepelende naam voor veel verschillende stammen. De aparte stammen hebben allemaal hun eigen gewoontes en gebruiken.
Vliegtuigongeluk
De ontdekking van de vallei was één van de verrassendste vondsten van de twintigste eeuw. Door de Tweede Wereldoorlog werd echter lange tijd niets met de ontdekking gedaan.
Tot in 1945 een vliegtuig neerstortte in het gebied. De overlevenden werden teruggevonden en de vallei stond korte tijd stevig in de belangstelling.
In 1954 zond Nederland zijn eerste missionarissen naar het gebied. Zij vestigden de nederzetting Wamena in het centrum van de vallei. Inmiddels vind je er ook wat moderne voorzieningen, zoals winkels en een school.
Peniskokers
Tussen de verschillende Dani groepen bestaan grote verschillen in taal, kleding en sociale regels. Veel mannen dragen echter alleen een peniskoker.
De mannen smeren zich in met varkensvet om warm te blijven. Het kan namelijk wel degelijk erg koud worden in de vallei.
Ook dragen de nagenoeg naakte mannen allerlei versierselen, zoals haarnetjes, kettingen en veren. De vrouwen hebben rokken aan die gemaakt zijn van gras, sterke vezeldraden of zaden.
Polygamie
De vrouwen doen het grootste deel van het werk bij de Dani. Zij onderhouden de kostgrondjes, zorgen voor de kinderen en hoeden de varkens.
Een man heeft zoveel vrouwen als hij kan betalen. Varkens zijn het belangrijkste ruilmiddel. Mannen slapen niet bij hun vrouwen. Er zijn aparte mannen- en vrouwenhuizen.
Het zal je opvallen dat veel oudere vrouwen een vinger missen. Daarmee laten zij zien dat zij een dierbare verloren hebben. Tegenwoordig is het afhakken van vingers door de regering verboden.
Lianen
Er worden pittige wandeltochten door de vallei georganiseerd. Je ontmoet tijdens deze wandelingen de lokale bevolking. Je wandelt door ruige berglandschappen. Je bekijkt kostgrondjes.
Je trotseert een brede rivier over een brug van lianen. Je sprokkelt hout en slaapt in traditionele dorpjes. Je ervaart een leven dat sinds het stenen tijdperk nauwelijks is veranderd.
Hoewel steeds meer reizigers het gebied ontdekken, blijven de aantallen nog altijd klein. Tot dusver heeft de toenemende populariteit nog geen grote gevolgen gehad op de natuur en het traditionele leven van de Dani.
Het is zaak daarvoor te blijven waken. Check van tevoren wat het standpunt van jouw reisorganisatie is. Met een duurzame reis help je de natuur en cultuur van de Baliem Vallei in stand te houden.
Wat is er te doen in Baliem Vallei?
- Wees getuige van een van de rituelen en ceremonies oeroude Dani volken.
- Wandel door de ongerepte groene vallei, bijvoorbeeld naar Danau Habbema, een groot meer op maar liefst 3540 meter boven zeeniveau. Het is een plek met unieke flora en fauna.
- Op de markt in Wamena komen de verschillende stammen samen en verkopen ze hun producten. Struin rond vergaap je aan de koopwaar van de Papoeanen.
- Twintig kilometer ten noorden van Wamena ligt het dorpje Aikima. Tegen betaling bekijk je daar de gerookte mummie Werapak Elosak. De mummie zou bijna driehonderd jaar oud zijn.
- In augustus staat de Baliem Vallei in het teken van het driedaagse festival Dani, Yali en Lani. Eten, speergevechten, dansen en offers zijn de hoogtepunten.