Kunst Kalimantan

Kunst Kalimantan

door Getaway Travel

De Dayakkunst is en wordt in grote mate beinvloed door het animistische geloof en de sociale hierarchie. De Dayak zijn internationaal vooral bekend om de sterk expressieve houtsnijwerken, geweven textiel en kraalvoorwerpen. De verschillende stijlen en motieven die worden gebruikt verschillen echter per Dayakstam.

Kunst en Religie

De bovennatuurlijke wereld van de Dayak wordt beheerst door welwillende en kwade geesten. Deze machtige wezens zijn te beinvloeden door rituelen, offers en verschillende artistieke expressievormen. De Dayak kenden een vaag gegeneraliseerd concept van een Opperwezen, de Schepper, die zijn karwei had gedaan maar waar verder niet heel veel waarde aan werd gehecht.

ZELF NAAR Indonesie?

Bekijk alle 221 reizen naar Indonesie

Pas nadat de christelijke missie herkenningspunten zocht in de lokale religies werd de rol van die Schepper pas benadrukt. De kunst van de Dayak heeft van oudsher een nauwe relatie met het geloof en de sociale hierarchie. Deze band blijkt sterk uit de begrafeniskunst. Naast de graven staan houtgesneden palen waar geofferde dieren op werden gezet.

Een aantal Dayakstammen heeft uitgebreid gedecoreerde graven. De aristocraten onder de Dayak kregen niet alleen de meest uitgebreide begrafenis, hun graven werden gedecoreerd met speciale motieven. De samenleving beschouwde de aristocraten als machtigere mensen die na hun dood als geesten ook over de meeste macht moesten beschikken.

Invloeden

De Dayakkunst is beinvloed door de Dongsoncultuur. De kunstvormen van de Dongsoncultuur waren op hun top tussen 300 en 100 voor Christus en hebben een grote invloed gehad op verschillende delen van de archipel. De schroefvormige lijnen en de herhalingen van gebogen lijnen vormen motieven die te herleiden zijn naar de Dongsoncultuur.

Menselijken en dierlijke symbolen worden niet apart gecreeerd maar worden neergezet te midden van herhalende geometrische motieven. Van grotere invloed dan de Dongsoncultuur is is de Chinese cultuur van de late Chou-periode die liep van 400 tot 200 voor Christus. In tegenstelling tot de Dongsoncultuur is de invloed elders in de archipel beperkt gebleven.

De Chinese invloed blijkt uit de afbeelding van grote dierensymbolen in grote composities die een aantal asymmetrische patronen samenbrengen. De invloed blijkt met name uit de maskers en de schilden die op unieke wijze worden gedecoreerd.

Een ander voorbeeld zijn de motieven op de fijne stoffen die de Iban maken, deze motieven komen nergens anders in Indonesie voor. Rond het begin van de christelijke jaartelling werd de Dayakkunst beinvloed door het hindoeisme wat je terugziet in de draak- en tijgermotieven. Kalimantan kent geen tijgers.

Lichaamskunst

De Dayak gebruiken traditioneel sieraden, tatoeages en hulpstukken om hun lichaam te versieren. Er speelt echter meer mee dan alleen het decoratieve aspect. Vroeger kregen Dayakvrouwen op jonge leeftijd al oorringen. Naarmate ze ouder werden kregen ze meer oorringen en volwassen vrouwen droegen soms zelfs meer dan honderd oorringen.

De oorlellen werden daardoor maximaal uitgerekt. Waarschijnlijk liep het niet heel comfortabel zoveel kilo's aan je oor maar de positieve werking die het op mannen woog daar tegen op. Ook mannen droegen diverse soorten oorsieraden. Niet alleen oorringen maar bijvoorbeeld ook sieraden gemaakt van dierentanden. Haargroei in het gezicht werd als onmannelijk gezien.

Een andere decoratie die bij beide geslachten aansloeg waren de tatoeages. Dit was vooral bij de adellijke stamleden erg populair. Tatoeages hadden vaak een extra betekenis, sommige konden je beschermen tegen ziektes, andere waren bewijzen van getoonde moed, als je bijvoorbeeld de koppensneller van de maand was.

Wat echter nog steeds de meest populaire decoratie is voor de Dayakmannen zal voor veel westerse mannen als een pure nachtmerrie klinken. Dat is namelijk de palang, de penispin. Het concept is simpel, je laat je penis door dezelfde gast die ook de tatoeages doet met een pin doorboren waardoor hij groter wordt dan hij lijkt te zijn. Het mooie is dat dit dus geheel vrijwillig gebeurt om de vrouw te kunnen blijven plezieren.

Grafkunst

De Ngaju Dayak en andere Dayakgroepen kennen lange en complexe begrafenisceremonies waarbij het houtsnijwerk van groot belang is. De sandung, het graf, is een mausoleum. Het is een soort huisje gemaakt van prachtig houtsnijwerk dat op een tot vijf palen op een hoogte van twee meter boven de grond rust. De botten van de overledene worden geplaats in een compartiment van deze sandung.

In het houtsnijwerk dat de sandung bedekt is de hornbill bird te zien die de bovenwereld symboliseert en een soort draak of slang die symbool staat voor de onderwereld. Tijdens de begrafenisceremonie wordt een waterbuffel die is vastgebonden aan de offerpaal, de sepunduq, door de nabestaanden van de overledene met speren gedood.

Varkens worden ook geofferd en in oude tijden werden zelfs vaker slaven geofferd dan dieren. Vooral deze sepunduq zijn te zien als hoge staaltjes van houtsnijwerk. De sepunduq worden vaak in de vorm van demonen uitgesneden met grote tanden, lange tongen en lange neuzen.

Huizen

Bijna alle Dayak leefden traditioneel in enorme lange huizen op palen. De huizen waren groot genoeg om ruimte te bieden aan een dorp van een paar honderd man of enkele families. Sommige huizen werden meer dan een kilometer lang en boden maximale bescherming bij aanvallen. Sociaal gezien leefde men dus zeer nauw op elkaar hoewel de verschillende families hun eigen ruimte hadden.

De huizen verschilden per Dayakstam. De huizen van de rondtrekkende Dayakstammen waren kwalitatief natuurlijk minder duurzaam dan de huizen van de Dayakstammen die langere tijd in een gebied verbleven. Na de onafhankelijkheid werd er geprobeerd eenheid te scheppen door de Javaanse cultuur ook in de andere eilanden als standaard te laten gelden. De lange huizen van de Dayak voldeden niet aan het plaatje dat centrale regering voor ogen had.

Lange tijd probeerde men de Dayak aan te moedigen in normale huizen te gaan wonen. Naarmate echter de culturele diversiteit van Indonesie steeds meer op de voorgrond kwam werd ook het behoud van traditionele elementen belangrijk. In toeristisch opzicht was het behoud van de lange huizen dus juist weer belangrijk.

Moderne kunst

De ambachtsvoorwerpen van de Dayak die je tegenwoordig kan kopen zijn meestal niet van een goede kwaliteit. Oude vormen worden opnieuw gebruikt maar dan in een veel afgezwaktere vorm. Dayakkunst kan aardig wat kosten wat een goede invloed zal hebben op de artistieke vaardigheden van de kunstenaar maar er zal meer nodig zijn dan geld om de oorspronkelijke drijfkracht achter die kunst weer te voeden.

Lange tijd hebben de islam en het christendom er alles aan gedaan om de 'heidense' rituelen en gebruiken van de Dayak naar de andere wereld te helpen en dat heeft nog altijd zijn sporen achtergelaten. Er zijn uitzonderingen zoals de babymandjes van de Kenyah en de Bahau. De Kenyah en de Bahau zijn dan ook samen met de Kayan en Modang de dayakgroepen die het best in staat zijn geweest hun oude kunstvormen te handhaven.

De meeste antiek- en souvenirwinkeltjes zijn te vinden in Oost-Kalimantan. Maar echte authentieke dayakkunst daar vinden zal moeizaam gaan, de meeste objecten zijn nep. Alleen bij Tanjung Isuy kun je nog traditionele, van natuurlijke materialen gemaakte stoffen kopen, die elders niet meer worden gemaakt.

Reizen Indonesie

Specialisten Indonesië

Stay tuned

Wil jij elke maand naar Indonesië?

  • Schrijf je in voor de maandelijkse nieuwsbrief boordevol foto's, prijsvragen en insider tips.
  • Ook ontvang je speciale deals van onze partners.
  • En profiteer je van de leukste kortingen op reisproducten.

Aanmelden nieuwsbrief

Indonesië kenner