De Dayak zijn de oorspronkelijke bewoners van de provincie Kalimantan. De christelijke missie en de islam hebben de Dayak cultuur heel erg beïnvloed. De animistische waarden worden echter voor een belangrijk deel nog altijd gehandhaafd. Dit traditionele element zie je terug in de kunst- en de lichaamsversieringen van de Dayak.
Aan de kust van Kalimantan wonen voornamelijk de Islamitische Maleiers, Chinezen en andere transmigranten als Javanen, Madurezen en Buginezen. In het binnenland wonen een veel verschillende groepen die samen de naam Dayak hebben.
Dayak
De Dayak leven voornamelijk in het binnenland van Kalimantan. Ze leven aan de oevers van grote rivieren in long houses. Gewoonlijk leven ze met de hele familie of clan onder een dak. Elke familie heeft zijn eigen ruimte in het huis. De leider van de clan woont in het centrale gedeelte. De ruimte onder het huis wordt gebruikt als veestal.
In het verleden stonden de Dayak bekend als koppensnellers. Het koppensnellen was een belangrijk ritueel. Het kon worden toegepast bij verschillende evenementen zoals bruiloften, begrafenissen en het planten van rijst. Door het koppensnellen toonde je je moed. Je kon meer status en aanzien verkrijgen. Dat uitte zich weer in een tattoo.Tegenwoordig zijn dergelijke rituelen niet meer toegestaan.
De Dayak leven van de visvangst, jacht en landbouw. Bepaalde Dayakstammen leven nog enkel van jagen. Zij hebben het gebruik van de blaaspijp tot een kunst verheven.
Een aantal Dayaks is door de missie bekeerd tot het christendom. Andere Dayak hangen nog steeds alleen de oude animistische geloofsvormen aan. De meer traditionele stammen vind je in het noorden van Kalimantan. Christelijk of niet, de Dayakstammen vereren naast een schepper van de wereld ook geesten en dieren.
Het geloof dat de goede en slechte geesten door het uitvoeren van bepaalde rituelen kunnen worden gemanipuleerd is een cultureel erfgoed. De hardnekkigste missionaris heeft het er niet uit kunnen slaan.
Madurezen
De meerderheid van de Madurezen is moslim. De islam vormt een integraal deel in het sociale, politieke en economische leven van de Madurezen. Familie is belangrijk voor de Madurezen. Ze zijn vaak werkzaam als boeren of vissers en wonen in dorpen die functioneren als religieuze centra.
De Madurezen zijn hoofdzakelijk orthodox sunni moslim. Maar ook zij geloven in magie en geestenverering. De Madurese cultuur heeft een eigen identiteit, dat ongetwijfeld beinvloed is door het harde, bergachtige landschap en droge klimaat.
De Madurezen staan bekend om hun directe benadering, wat ook duidelijk wordt in de manier van uitspraak. Buitenstaanders zullen de Madurezen mogelijk snel beschouwen als driftig en op de tenen getrapt. Al hoeft dat helemaal niet zo te zijn.
Dayakcultuur
De Dayak worden beschouwd als de inheemse bevolking van het eiland Borneo. In het Indonesische gedeelte van Borneo, Kalimantan, zijn de Dayakstammen in zes groepen te verdelen: de Penan, Klemantan, Kenyah, Kayan, Murut en Iban. De Punan, Klemantan en Kenyah zijn de groepen die het langst in Kalimantan aanwezig zijn. De Kayan, Murut en Iban zijn in een latere periode opgekomen.
De Iban is waarschijnlijk de laatste groep die naar Borneo kwam. In het verleden stonden zij ook bekend als de Zee-Dayaks. Ze waren berucht door hun piraten activiteiten. De Iban zijn de enige Dayak die hun nederzettingen langs de kuststroken vestigden. Ze lijken in veel opzichten op de Maleiers, die zich in de twaalfde eeuw in Borneo vestigden.
De Maleiers bekeerden de Iban tot de islam, maar net als de christelijke missionarissen slaagden ze er niet om alle oude tradities te verbannen. De taal van de Iban is sterk beinvloed door het Maleis. De andere Dayakstammen en dan met name de Kayan en Penan zijn in staat om de oude tradities te handhaven.
Het geloof in meerdere goden en het door rituelen beinvloeden van goede en kwade geesten speelt nog altijd een rol in de cultuur.
Religie
Volgens het traditionele, animistische geloof van de Dayak zijn het niet alleen mensen, dieren en planten die de wereld bewonen. Er zijn daarnaast vele geesten die zowel goede als kwade bedoelingen kunnen hebben. Als je je niet goed genoeg beschermt dan kunnen deze geesten je kwaad doen of je in het ergste geval zelfs doden.
Ze kunnen dezelfde negatieve effecten op dieren en planten hebben en dus ook de oogst verzieken. Door het uitvoeren van bepaalde rituelen en gebruiken kon je jezelf en je dorp beschermen. Dat kon je bijvoorbeeld doen door rituele tekens rondom je dorp te plaatsen of door het dragen van amuletten of andere voorwerpen.
Aan de andere kant was het ook belangrijk dat je de welwillende geesten te vriend hield zodat ze je kracht konden geven, je gezond konden houden, je manschappen in oorlogen aan de winnende hand zouden helpen en wat al niet meer. Vooral in slechte tijden betekende dit dat het offeren van belang was om het kosmische evenwicht te herstellen.
Vooral menselijke offers waren van groot belang, het koppensnellen was de methode om aan die offers te komen.
Koppensnellen
Het koppensnellen van de Dayak had een sterke rituele betekenis. Het waren vooral de slaven die een kopje kleiner werden gemaakt. Het koppensnellen speelde een belangrijke rol rituelen als bruiloften, begrafenissen, de bouw van huizen en de oogst. Een menselijk offer was kwam vooral het hele dorp ten goede.
Sommige hoofden diende als tijdelijke verblijfplaats voor de geesten, die dan ook werden aanbeden tijdens speciale offers. Het koppensnellen was voor de jonge mannen een manier om hun moed te bewijzen en hun kracht te tonen aan leuke chickies en andere koppenssnellers.
Het koppensnellen gaf ook bepaalde voorrechten zoals het dragen van speciale tattoos en sieraden. Het koppensnellen was een aangelegenheid waaraan vele krijgers deelnamen. Onder invloed van de christelijke missie is het koppensnellen gaandeweg verboden.