Papoea, het andere Indonesië!
Om eerlijk te zijn wist ik eigenlijk niets over Papoea. Het bleek helemaal aan de andere kant van de rest van de bekende(re) Indonesische eilanden te liggen, zogezegd boven Australië en ten westen van Papoea Nieuw Guinea. Het eiland omvat zowaar 21% van het Indonesische landoppervlak!
Ik vroeg mijn vriend of er ook supermarkten waren in Sentani. Het feit dat een antwoord uitbleef en dat dit niet eens aan de slechte Skype-verbinding lag, verontrustte me een beetje. Wat zou mij daar te wachten staan? Een houten hutje in de jungle? Locals in rieten rokjes en peniskokers, zoals ik op internet had gevonden? Dat zou ik in principe wel heel bijzonder vinden om te zien, maar om ook zo te wonen en te leven?
Uiteindelijk viel het mij reuze mee: er was een modern vliegveld, een geasfalteerde hoofdstraat, scooters, auto’s, supermarktjes, mobieltjes en meer! Maar ook: een enorm groot meer, bergen omhuld door mysterieus laaghangende wolken, de heuvels leken lekker zacht en knuffelbaar en overal groen!
De lokale bevolking ziet er totaal anders uit dan Indonesiërs, zij hebben namelijk een zeer donkere huid en kroeshaar. Ik heb mij ook laten vertellen dat het Maleise woord “Papoea” heel gepast “mens met kroeshaar” betekent.
Mijn vriend woonde al jaren in diverse pilotenhuizen door heel Indonesië, waar goed voor de piloten wordt gezorgd. Eten kopen, koken, wassen, strijken, schoonmaken – alles wordt er voor ze gedaan! Logisch dat hij nauwelijks wist van het bestaan van de supermarktjes en de lokale markten en dergelijke.
Met mijn komst was ons nieuwe leven begonnen. We zaten eerst een aantal maanden in een guesthouse, waar we een kamer met gedeelde badkamer hadden. De gasten waren voornamelijk missionarissen vanuit de hele wereld. Hieruit bestaat ook het merendeel van de expat community. Zij zijn voornamelijk druk met bijbelvertalingen en dat zal nog wel een aardig tijdje gaan duren, gezien er volgens hen zo’n 250 regionale talen schijnen te zijn!
Zodra wij ons één stapje buitenshuis begeven lijkt het wel alsof we beroemdheden zijn! Elke dag, week, maand en inmiddels jaar alweer: Iedereen kijkt naar ons!
Ons is wij, blanken/ Westerse personen. Ze roepen vaak enthousiast en met een grote lach: “Bule!”, spreek uit als “boeléh”. Officieel schijnt het woord albino te betekenen. Maar in de meeste gevallen is het absoluut niet als een belediging bedoeld, in tegendeel juist. En ondanks dat ik hier redelijk wat albino’s heb gezien, zijn zij hier blijkbaar meer geaccepteerd dan wij. Zij kunnen wel rustig over straat, zonder op de foto te hoeven of nagewezen/ nagejoeld te worden, of iemand die snel even in je arm knijpt of aan je haar trekt of voelt.
We gingen een keer rennen en fietsen. Omdat dit blijkbaar zo’n bijzonder fenomeen was, reed een scooter per ongeluk de middenberm in! Wij keken bezorgd om en terwijl de twee jongens samen met de scooter op de grond lagen, zwaaiden ze ons nog steeds lachend toe!
“Hello Mister!” roept men ook regelmatig enthousiast naar mij, terwijl men heus wel ziet dat ik geen man ben. Ik probeer ze (ook volwassenen) nog wel eens het verschil uit te leggen tussen Mister en Miss(es), maar dit is bijna een fulltime job. Blijkbaar een foutje in het onderwijssysteem hier. Net als dat het blijkbaar normaal is om overal vuilnis neer te gooien. Het doet me telkens weer pijn als we een berg troep zien liggen op een anders paradijselijk stukje aarde.
Ik krijg tevens het beeld niet meer van mijn netvlies hoe een moeder trots naar haar kleine kindje op schoot keek, toen deze het raampje van de auto open deed en er doodleuk een plastic verpakking uitgooide!
Tsja, op sommige gebieden is het gewoon een wereld van verschil. Soms wil je gewoon even lekker anoniem je boodschappen kunnen doen of sporten, zonder al die aandacht. Anderzijds word ik er soms juist wel vrolijk van als je ziet hoe ontzettend blij en bijna kinderlijk enthousiast mensen je begroeten met een glimlach ZO groot! Mocht je dan niet op z’n minst automatisch terug glimlachen, dan moet je haast wel van steen zijn of blind.
Kortom, het is een bijzonder eiland en volk – zoals zij ons zien, zo kijken wij ook onze ogen uit dankzij hen!
Over Mars
In het jaar 1980 werd Mars geboren en vanaf dat moment kreeg ze het al voor elkaar om elk jaar minimaal één keer op vakantie te gaan. Met of zonder familie, maar altijd op zoek naar avontuur en afwisseling!
Tijdens haar studie heeft Mars twee stages naar het buitenland georganiseerd, wat toen nog vrij ongebruikelijk was. In totaal is ze uiteindelijk een heel jaar weggeweest, wat uiteraard naar meer smaakte! Zouden de reiskriebels misschien aangeboren zijn, met grootouders afkomstig uit Java?
Na wererldwijd diverse landen bezocht te hebben, brak in 2014 voor Mars eindelijk het juiste moment aan om naar Indonesië te gaan. Meer goede “excuses” had ze niet nodig:
Niet alleen om opzoek te gaan naar haar afkomst, zogezegd het verleden, maar tevens om nader kennis te maken met haar nieuwe liefde – dus misschien juist wel voor haar toekomst!
Inmiddels woont Mars al een aardig tijdje (tijdelijk) samen in het Indonesische gedeelte van Papoea. Ondertussen bezoekt ze regelmatig diverse andere Indonesische eilanden en heeft ze genoeg te vertellen over verschillen, maar ook over overeenkomsten. Daarnaast deelt ze graag alles over mooie plekken, mensen en dieren, feesten, gebruiken, geloof, cultuur, lekker en minder lekker (ogend) eten. Oftewel alles over het dagelijkse (over-) leven in Tropisch Indo!