Mijn ontmoeting met de orang-oetan
Mijn reis door Indonesië staat in het teken van het op zoeken van mijn roots. Dat betekent natuurlijk niet dat het alleen maar om familie draait. Sterker nog: zodra mijn reis naar Indonesië een feit was, was er één ding dat helemaal bovenaan mijn lijst stond. Een ding dat ik koste wat kost wilde ervaren: orang-oetans in de jungle op Sumatra spotten.
Onze reis begon op Java, maar na 2 weken vlogen we naar Noord-Sumatra. Tijd om bij te komen van de vlucht hadden we niet. We werden meteen opgewacht door onze gids en privéchauffeur om met een busje naar een dorp bij de jungle te rijden. Er was daar geen warm water, geen airconditioning en ik werd er om de zoveel uur op gewezen om mij in te smeren tegen de muggen. Voor het eerst viel ook de regen met bakken uit de lucht. Welkom in Bukit Lawang!
De avond voor onze jungletocht maakten we kennis met onze gids die ons door de jungle zou begeleiden. Je mag namelijk de jungle niet in zonder officiële gids. We bespraken onze verwachtingen (en beperkingen) en de jungletocht werd aangepast naar ons kunnen en doen. De belangrijkste dingen? Lange mouwen en broekspijpen aan, water mee, mijn astmapompje in mijn broekzak en goede schoenen mee.
Na een korte nachtrust trok ik om 07:00 uur in de ochtend eindelijk de jungle in. Wat was het spannend! Wat was het nog heerlijk rusting. En wat was het glad.. Het had nog de hele nacht door geregend dus het werd een jungletocht door de modder. Ik moest dus extra opletten met klauteren en afdalen, vooral met mijn talent voor onhandigheid.
Om bij het Gunung Leuser National Park te komen, maak je vanaf Bukit Lawang een mooie, maar pittige wandeling naar boven. Hoewel er een soort van ingang is, merk je zelf ook precies wanneer je in de jungle bent. De paadjes worden smaller, de bomen staan meer op elkaar en je ruikt de frisheid van de lucht. Je wordt omringd door zo veel groen, zo veel rust. Het is zó prachtig!
Ik klauterde in de modder stukken omhoog en zocht hulp bij de lianen. Dan moest ik weer naar links, naar rechts, een boomstam over en een onmogelijke pad af omlaag. Hier en daar vlogen grote, onbekende insekten mij rond de oren en als je niet oplette, struikelde je zo over de wortels van de bomen. Dit was toch wel hele andere koek dan over de kinderkopjes in Maastricht lopen.
Een uur vloog zo voorbij. Het is nooit 100% zeker of je deze bijzondere dieren daadwerkelijk te zien krijgt. Maar het is die onzekerheid, dat stukje spanning en hoop dat de tocht dubbel zo leuk maakt. Bij elke ritseling kijk je om je heen en speur je de bomen af naar de orang-oetans. In mijn hoofd was ik aan't fantaseren dat ik er een zou zien. Niet veel later werd mijn fantasie werkelijkheid.
We kwamen een groepje van drie mensen en een gids tegen. Ze zeiden dat er ergens een orang-oetan in de buurt zou zijn. We moesten rustig en stil zijn, maar ik kon wel springen van opwinding. Zou het.. Zou het echt? Zou ik zometeen oog in oog komen te staan met mijn lievelingsdier in het wild?
"Psssst, Niki!" fluisterde de gids. Hij pakte me vast en draaide me naar een boom. Hij wees nog met zijn vinger, maar dat was niet nodig. De prachtige oranje orang-oetan zat vredig in de boom en ik had hem in mijn vizier. Daar stond ik dan, oog in oog met met lievelingsdier. Wauw. Wauw. Wauw!
Het is zo bijzonder om de orang-oetan in zijn natuurlijke leefomgeving te zien. Het ziet er zo vredig uit. Niet alleen ik, maar ook de mensen om mij heen stonden met open mond naar boven te kijken. Dit doet iets met je. Dit maakt onwijs veel indruk op je.
Vraag me niet hoe lang ik hier heb gestaan. Ik had waarschijnlijk nog langer kunnen blijven, maar onze tocht werd vervolgd. We lieten de orang-oetan achter in zijn boom en baanden ons weer een weg door de modder.
Niet veel later stonden we weer bij het andere groepje mensen. En wéér werden we getrakteerd op gezelschap van onze grote oranje vriend. Slingerend van boom naar boom kwam ze dichterbij. Dacht ik net dat het niet bijzonderder kon worden, wordt het dat toch: haar jong slingert behending achter haar aan.
Op dat moment schieten woorden te kort. Ik ben in Indonesië, het land waar mijn opa's en oma's opgegroeid zijn. Ik sta midden in de prachtige ongerepte jungle van Sumatra. Het eiland waar één van mijn opa's vandaan komt en waarvan het bloed door mijn aderen stroomt. Waar de meest bijzondere aapsoort boven mij met haar kindje moeiteloos van boom naar boom slingert.
Ik geniet ervan om te zien hoe deze jungle hun thuis is. Om ze in hun natuurlijke habitat te zien. Ik voel hun verbondenheid met de natuur. Zo hoort het.
En dan besef ik dat ik mezelf op dat moment ook vrij en intens gelukkig voel. Het voelt voor mij ook een beetje als thuiskomen. Ik voel opeens met heel mijn hart dat ik hier vandaan kom. Het doel van deze reis was om mijn roots op te zoeken. Nu voel ik ze voor het eerst sinds ik in Indonesië ben met hart en ziel hier liggen.
Over Niki
Ik ben een 27-jarige Zuid-Limburgse. Hoewel mijn opa’s en oma’s allemaal uit Indonesië komen, had ik tot twee jaar geleden nooit de behoefte om ernaartoe te vertrekken. Maar toen verloor ik mijn oma in de zomer van 2016.
Het verlangen naar mijn roots begon van binnen te branden. En het grappige is dat dit niet alleen bij mij naar boven borrelde. Mijn vader, mijn moeder en mijn broertje voelden het ook.
En voel jij hem nu al aankomen? Jup, ik maak deze reis samen met de mensen waar ik het meest van houd. Na maanden praten, denken en plannen, zijn wij op 1 augustus 2017 eindelijk op het vliegtuig gestapt. We gaan met z’n vieren beginnen aan een onvergetelijke reis. En zoektocht naar onze roots.
Daarom ga ik jullie de komende maanden meenemen op mijn reis én ontdekkingstocht. Ik houd jullie op de hoogte van mijn avonturen, ondervindingen en verhalen. Mochten jullie nog tips of vragen hebben, let me know.