De Indonesische presidenten
Gedurende de 25 jaar die ik reeds in Indonesië woon, heb ik vijf presidenten gekend: Suharto, Habibie, Gus Dur (Abdurahman Wahid), Megawati, SBY (Susilo Bambang Yudiono).
Suharto was waarschijnlijk een goede president toen hij het van Sukarno overnam in 1968. Hij slaagde erin de orde en rust te herstellen na een mislukte communistische staatsgreep. Hij gaf economische impulsen die het land uit het marasme hielpen en hij vestigde de status van Indonesië als ziek kind dat geholpen moest worden. Maar hij verrijkte zichzelf, zijn familie en zijn naaste omgeving ook op een ontoelaatbare wijze en nam wat vrijheden met de mensenrechten.
Zes maal werd hij herkozen door de MPR (de volksvergadering die toen de president aanwees). Maar de volksvergadering ontsproot uit verkiezingen waarbij de helft van de kiezersboxen al op voorhand gevuld was, waarbij individuen twee of drie maal op verschillende stembureaus ingeschreven stonden en waarbij staatsambtenaren gedreigd werden hun baan te verliezen als ze niet op Golkar (de partij van Suharto) stemden. Men noemde dat "geleide" democratie.
In 1998 begonnen de mensen die nuchter konden denken, en daartoe behoren vooral de studenten, genoeg te krijgen van de "geleide" democratie. Zij eisten een echte democratie. Het leger stond klaar om een slachting aan te richten. Suharto besloot echter af te treden om bloedvergieten te vermijden. Automatisch werd de vicepresident (die dus niet verkozen was) tot president uitgeroepen.
Habibie (de nieuwe president) was door Suharto gekozen als vicepresident. Suharto koos altijd voor een vicepresident zonder presidentiële ambities, en die zo min mogelijk schaduw aan zijn eigen glorie bracht. Habibie was dus, ondanks veel goede wil en onweerlegbaar intellect, niet de geschikte man. Hij moest naast alle problemen en de financiële crisis ook nog het Oost-Timor probleem oplossen. Op het eind van zijn mandaat had hij, in zijn wil om iedereen tevreden te stellen, iedereen ontevreden gemaakt. Het was dus uitgesloten dat hij zich weer zou voorstellen. Gedurende een pijnlijke laatste verschijning in de MPR werd hij duchtig uitgejouwd, en dat was het eind.
Er waren twee kandidaten om Habibie op te volgen en het was nog steeds de MPR die de president moest aanduiden. De twee kandidaten waren Megawati Sukarnoputri (dochter van Sukarno) en Abdurahman Wahid (Gus Dur). Uiteindelijk werd Wahid tot president verkozen en Megawati tot vicepresident. Wahid was een mystieker. Hij stond open voor reformatie, maar had geen politieke ervaring. Daarbij komt nog dat hij blind was en overal geleid moest worden door zijn adjudanten of zijn dochter. Zijn vrouw was als gevolg van ziekte in een rolstoel beland. Het vormde een zielig beeld, de president en zijn vrouw. De een geleid door zijn dochter en de ander in een rolstoel.
Na een jaar begon de MPR in te zien dat Wahid niet de beste keuze was geweest. Toen gebeurde er iets dat een unicum is in de Indonesische geschiedenis: de president werd afgezet. Automatisch werd vicepresident Megawati president. Megawati was zeer populair omdat ze, zoals haar Vader, dicht bij het volk stond. Als de president in 1999 niet door de MPR maar door het volk gekozen was, lijdt het geen twijfel dat het Megawati zou zijn geworden. De MPR twijfelde echter, omdat Megawati een vrouw is en dit was niet volledig in overeenstemming met de Mohammedaanse godsdienst.
Megawati was populair door haar vader, maar had geen enkele politieke ervaring. Haar beleid was twijfelachtig en had veel weg van een Echternach processie. Maar zij voerde wel door dat de president voortaan door het volk gekozen moest worden. Wellicht rekende Megawati erop dat ze de volgende verkiezing gemakkelijk zou winnen door haar populariteit. Helaas voor haar, want het volk begon na verloop van tijd erg ontgoocheld te worden door de uitblijvende verbeteringen. De populariteit van Megawati zakte flink en twijfels over haar capaciteiten als staatshoofd waren meer en meer aan de orde.
Susilo Bambang Yudiyono, die minister van binnenlandse zaken was onder Megawati, kon hiervan gebruik maken. In 2004 werd hij door het volk verkozen als president voor vijf jaar. In 2009 werd hij herkozen. In 2014 kan hij niet meer gekozen worden door de nieuwe regeling die slechts twee opeenvolgende mandaten toelaat.
We zullen het in de volgende aflevering hebben over de positieve aspecten van het presidentschap van SBY en over de veranderingen die ik in de periode van 25 jaar in het dagelijks leven van de Indonesiërs gezien heb.
Over Didier
Didier Gazelle (74) had altijd al de droom om te werken in het buitenland. Nadat hij in 1962 afstudeerde als Burgerlijk Ingenieur, vertrok hij naar onder andere Brazilië, Noord-Afrika en Indonesië. Eenmaal in Indonesië aangekomen is hij nooit meer weggegaan.
Zijn werkopdracht in Jakarta was eigenlijk voor twee jaar. Maar nu, 25 jaar later, woont Didier er nog steeds. Hij vond er als Buhle, de naam die ze geven aan een westerling, al snel zijn nieuwe liefde. Zijn vrouw Liska spreekt perfect Nederlands en heeft hem enorm geholpen bij het begrijpen van de Indonesische gewoonten en mentaliteit.
Nu maakt hij deel uit van een honderd procent Indonesische familie. Hij wil lezers daarom graag inspireren met verhalen over zijn Indonesische leven en hoe hij daar tegenaan kijkt als 'buitenlander'.