De contrasten van Oost-Bali
Meer tegenstellingen zien op een dag is bijna niet mogelijk. Bergen, rijstvelden, tempels en traditionele dorpen passeren we vandaag. Oost-Bali is een must voor zowel cultuur- als natuurliefhebbers. Het landschap wordt beheerst door de perfecte vulkaankegel van Gunung Agung, die met ruim 3000 meter de hoogste en heiligste berg is van Bali. Je kunt het bij mooi, helder weer al zien vanuit de ontbijtzaal van je hotel. Maar zelfs als het bewolkt is zie je nog een schitterend plaatje, want dan ligt de vulkaan in de wolken.
We bezoeken het dorp Batuan, waar we een kijkje nemen op een erf dat bewoond is door de laagste kaste. Dit is zo’n soort bezoek waar je nog lang over na kunt denken. Het leven is er primitief, maar de mensen zijn heel hecht. We mogen om de beurt een kijkje in een keuken waar een moeder bezig is met kokos te bereiden. Het blijkt voor de varkens te zijn. Het keukentje ziet er niet uit, een hokje van twee bij drie meter. Maar ze moeten het ermee doen. Voor ieder is een ruimte om te slapen. Voor de ouders is er een kamer binnen en een buiten voor als het mooi weer is. Hun bed dient echter niet alleen om in te slapen, maar ook voor wanneer er iemand is overleden. Het lijk wordt dan in ijsblokjes op het bed gelegd.
Het werkt niet zoals bij ons, dat een lichaam binnen een bepaalde tijd begraven of gecremeerd wordt. Hier duurt dat wel vier of vijf weken. Dat hangt vooral van geld af, want meestal hebben de mensen hier geen geld. Dan wordt het lijk eerst begraven en later, na vier of vijf jaar sparen, weer opgegraven om gecremeerd te worden. Je kunt de opgravingen heel goed zien op de begraafplaatsen.
Ik werd gevraagd om een crematie in het echt mee te maken, wat overigens ook bij bepaalde tours mogelijk is, maar daar hebben we lekker nee op gezegd. Wel hebben we van een paar vakantiegangers uit Amstelveen gehoord hoe dat ging. Het was een beetje een luguber verhaal. Het is een ware ceremonie waar vijf grote gasflessen, een aantal grote branders en een heleboel takken aan te pas komen. Op een gegeven moment halen ze het lijk uit de kist, dat als een mummie is gewikkeld in witte doeken, en leggen ze het op de takken. Vervolgens gaan de grote branders aan en wordt het lijk verbrand.
Maar goed, daarna is een van de mooiste en oudste tempels van Bali aan de beurt, de Pura Kehen in Bangli. Het tempelcomplex bestaat uit maar liefst acht terrassen. Heel apart is de kul kul, een trommelsignaal tussen de eeuwenoude Waringinboom. Via een prachtig weggetje gelegen aan de voet van de vulkaan Agung gaan we naar de badplaats Candidasa. Hier krijgen we een fantastische lunch aangeboden, geheel in de Balinese stijl, die we ons prima hebben laten smaken.
Na de lunch in Candidasa is de volgende stop in het uiterst interessante dorp Tenganan,ook wel Bali Aga genoemd. Hier wonen de oorspronkelijke bewoners van Bali. Dit volk heeft een geheel eigen cultuur en godsdienst en het dorp staat bekend om zijn kunstnijverheid. Hier wordt onder andere de beroemde dubbele ikat-stof geweven. Ook vlechtwerk van zeer hoge kwaliteit wordt hier gemaakt. Deze bijzondere souvenirs kun je hier kopen.
Als we vanuit dit dorpje teruggaan naar onze bus gaan we langs nog wat kraampjes om wat souvenirs te kopen. Hier is alleen vlechtwerk te koop. Een hele bonte verzameling, je kunt er te kust en te keur. Vanuit hier gaan we naar de vleermuizengrot Goa Lawah. In deze bijzondere tempel bevindt zich een grote vleermuizenkolonie. Je weet niet wat je ziet! Honderden, misschien wel duizenden van deze vleermuizen vliegen erin rond. En wat dieper in de grot moeten zelfs nog slangen zitten ook. Eentje hebben we bovenin de grot gezien.
De terugreis voert ons naar Klungkung, de hoofdplaats van Bali's belangrijkste koninkrijk in vroegere eeuwen. Hier bezoeken we de Kerta Gosa, de beroemde rechtszaal van het voormalige paleis van Klungkung. Terug naar Sanur komen we weer de mooiste rijstvelden tegen. Daar stoppen we om even van het uitzicht te genieten. Waar ze zo snel vandaan komen weten we niet, maar ineens staan er twee kleine kindertjes met zakjes etenswaar die ze aan ons willen verkopen. Dat eten is niets voor ons, maar dat vinden we toch wel iets sneu voor deze kinderen. Dus we vroegen of we met ze op de foto mochten in ruil voor wat geld. Ze waren ‘o zo gelukkig!
Over Sjoerd en Betty
Sjoerd (55) en Betty (53) Flameling zijn gek van reizen. Toen ze hun tocht in Australië afsloten met een tripje naar Bali, verloren ze hun hart aan Indonesië. Sinds die keer komen ze regelmatig terug naar dit prachtige land.
Waarom? Vanwege de vriendelijke en behulpzame bevolking, de paradijselijke sfeer en het groene en rustige landschap. Het verkeer is chaotisch en mensen proberen je van alles te verkopen, maar ook dat hoort bij de cultuur. Volgens de Flamelingen is het door dit alles net of Indonesië je pakt.
Ze willen maar al te graag hun verhalen en ervaringen op Indonesie.nl delen. ‘Wat we allemaal hebben meegemaakt is onvoorstelbaar.’