Dat was het dan, Ramadan
Maandag 6 mei begonnen we de maand Ramadan. Eigenlijk begon het al de week van tevoren met de boodschappen: dadels, kolang-kaling (een zoete vrucht), nata de coco (kokos jelly), cincau (gras-jelly) en een dozijn dozen thee. Deze zoetwaren zijn onmisbaar op onze tafel voor buka puasa (iftar) en gedurende dertig dagen zullen deze altijd om kwart voor zes (wanneer de zon ondergaat in Indonesië) op tafel staan. Iftar is een goed excuus voor reünies met oude vrienden en vriendinnen. Als je elkaar maar één keer per jaar ziet dan is het waarschijnlijk om het vasten te breken.
Ramadan verliep soepel voor mij en ik heb de doelen die ik had gesteld gehaald. Mijn schoonmoeder wilde wel meedoen maar na twee dagen bleek dat op haar leeftijd en met haar suikerziekte het toch gewoon beter was om dat niet te doen. Mijn neefje van negen begon sterk, maar toen hij verkouden werd stopte hij ook voor een week. Hier in Indonesië is de Ramadan veel relaxter dan de media vaak doet geloven. Natuurlijk waren er de standaard filmpjes met uitzonderingen van boze moslims die eisten dat de kleine buurtsuper dicht ging en de commentaren op social media dat er dingen niet gepast waren tijdens Ramadan, maar al met al viel het reuze mee. Veel restaurants waren gewoon open voor alle mensen die niet aan Ramadan meededen. Ik voelde totaal geen sociale druk.
Op 5 juni was het Idul Fitri (Suikerfeest, al zou de naam kokosfeest bij ons toepasselijker zijn). Jakarta stroomde leeg. Zoals altijd probeerden veel mensen een dag of twee van tevoren al de stad te verlaten maar dat was (zoals altijd) tevergeefs. Soms vraag ik mij af of koppigheid iets is was de Indonesiërs hebben overgehouden van de eeuwenlange Nederlandse bezetting. De jaarlijkse exodus was zoals gewoonlijk weer een geweldige optocht van file rijden. Tevergeefs van baan verwisselen en veel te smalle sluiproutes nemen waar je alsnog vast kwam te staan omdat twee dikke SUV’s nou eenmaal niet naast elkaar passen in een steegje.
Wij bleven dit jaar gewoon lekker thuis. Een dag voor Idul Fitri hadden wij onze jaarlijkse Marie Kondo-schoonmaak en we hadden weer een mooi schoon opgeruimd huis. Het resultaat was volle vuilnisbakken voordat de vuilnismannen op vakantie gingen en een auto vol kleren en speelgoed voor de yayasan (weeshuis) die al decennia door onze familie wordt gesteund. Alles was schoon, behalve de keuken die langzamerhand vol begon te raken met eten. Ketupat (kleefrijst gekookt in palmblad) hing aan de muur en grote pannen Rendang, Daging semoor, Sayur Buncis, Kuah kuning en nog een aantal gerechten stonden her en der gestapeld op en rond het fornuis.
Het is nu maandag 10 juni. Eindelijk is de Ramadan helemaal voorbij. De kilo die ik tijdens Ramadan ben kwijtgeraakt heb ik nu alweer dubbel zo hard weer teruggekregen na een krappe week flink eten. Aan het verkeer van vanmorgen, dat langzaam en luidruchtig was, was op te merken dat veel mensen alweer terug zijn. Officieel is de vakantie over, maar toch was het niet zo druk als gewoonlijk. Misschien kwam dat door de massale files net buiten Jakarta. Er stond gisteren een file van achttien kilometer voor de ingang van de tolweg, dat is dus een file zodat je kan betalen om in nog meer file te staan.
Onze pembantu (huishoudelijke hulp) heeft er vijf uur langer over gedaan dan gewoonlijk om van haar kampung (ouderlijk dorp/wijk) terug naar Jakarta te komen, maar wij zijn allemaal erg blij dat ze terug is. Idul Fitri is namelijk hét moment om van baan te veranderen zonder het je werkgever te vertellen vanwege de jaarlijkse religieuze geldbonus waar men recht op heeft.
Langzaam maar zeker gaat het normale leven weer verder. Kraampjes worden weer geopend en kaki lima (mobiele eetkarretjes) rijden weer rond. De meeste kraampjes bij mijn lokale foodcourt hebben nog niet alles van de menukaart dus er wordt volop gestookt en gekookt. Het is daardoor heter onder het afdakje waar ik zit dan in de volle zon. Ach, ik kan tenminste zitten. Tijdens de ramadan zelf waren alle populaire foodcourts en restaurant al vol ruim voordat de zon onderging.
Ik begin mijn dagelijkse zweetrondje hardlopen door de buurt in mijn nieuwe renschoenen en halverwege is het al overduidelijk dat iedereen net terug is. Een paar dagen geleden was de stad uitgestorven en kon ik nog over het midden van de weg lopen zonder problemen. Nu word ik van m’n sokken gereden door scooters en staat de wijk blauw van de uitlaatgassen van het verbranden van bladeren en het avondeten dat loopt te pruttelen. De rust is over en het normale stadsleven in Jakarta is weer begonnen.
Over Joppe
Na Nederland, Ecuador, Frankrijk en Australië woon ik nu al bijna vier jaar in Indonesië, waarvan twee jaar in Jakarta, samen met mijn vrouw en schoonfamilie. In eerste instantie was ik, een derde generatie indo, naar Indonesië gekomen voor werk als professioneel kok, maar ik bleef er voor de liefde.
Geregeld gaan mijn vrouw en ik samen of met familie op vakantie in Indonesië en meestal redelijk buiten gebaande paden. Samen met mijn zus en zwager uit Nederland zoeken we nieuwe bestemmingen en elk jaar proberen we de vorige vakantie te overtreffen met nog mooiere avonturen. Bali, Flores, Sumba, delen van Sumatra en Java heb ik nu allemaal al een keer gezien maar er is nog een hoop te ontdekken en te beleven.
Omdat ik in meerdere landen heb gewoond sta ik open voor alles wat ik tegenkom, zonder bepaalde verwachtingen. Ik houd ervan om ervaringen te delen die uniek zijn, maar waar iemand zich wel in kan verplaatsen en hopelijk ook een beetje om kan lachen.