Lange tijd hebben de Balinezen en de Makassaren gevochten om de heerschappij over het eiland Lombok. In 1849 slaagde het Balinese koninkrijk van Karangasem erin Lombok geheel in handen te krijgen. Wanneer de Nederlanders in hun expansiedrift ook het eiland binnendringen, leggen zij de basis voor de huidige verdeling tussen Balinezen en Sasak.
Prekoloniaal
Lombok hoorde in de 14e eeuw bij het Oost-Javaanse Majapahit. De islam werd tussen 1506 en 1545 geintroduceerd op het eiland. Met de komst van islamitische handelaren uit Makassar en buureiland Sumbawa werd de invloed van de islam pas echt van belang. Deze handelaren koloniseerden het oostelijk deel van Lombok in de 17e eeuw. Het westen kwam in handen van de Balinese vorst van Karangasem.
Lombok zou in de daarop volgende eeuwen een slagveld worden. De Balinezen en Makassaren vochten om het eiland. Aanvankelijk wonnen de Makassaren de strijd maar in 1677 slaagden de Balinezen er alsnog in om de Makassaren met behulp van de Sasaks te verdrijven. Lombok raakte vervolgens verdeeld in verschillende prinsdommen. De strijd was echter nog niet afgelopen, ondanks het recente bondgenootschap waren het nu de Sasaks en de Balinezen die elkaar een kopje kleiner probeerden te maken.
Tot 1849 waren de Sasaks in staat om vanuit een aantal onafhankelijke islamitische vorstendommen de Balinese aanvallen te weerstaan. De vorst van Mataram kon dankzij een verdrag met de Nederlanders de Sasaks verslaan. Lombok kwam samen met het oosten van Bali onder gezag van de koning van Karangasem. Lombok werd verdeeld in vier kleinere rijken waarvan Karangasem-Lombok het grootst en het machtigst was. De steden Cakra en Mataram kregen grote koninklijke paleizen, openbare fonteinen en zelfs straatverlichting.
Koloniaal
In 1891 brak er op Oost-Lombok een opstand uit van fundamentalistische Sasak-moslims. Eerdere opstanden waren succesvol aangevochten, maar dit keer ontbraken de financien en een militaire uitrusting om het klusje te klaren. De Nederlanders waren maar al te graag bereid om te helpen orde op zaken te stellen. Ditmaal waren het de Sasaks die om Nederlandse interventie vroegen. De Nederlanders stuurden in 1893 een bataljon soldaten maar zouden de eerste veldslag verliezen van de Balinezen.
Na de aanvoer van versterkingen werd Mataram met de grond gelijk gemaakt. De strijd om het laatste Balinese bolwerk, Cakranegara, zou eindigen in een bloedbad. Het Balinese hof verkoos sterven boven onderwerpen aan de Nederlanders. Ongeveer 400 Balinese mannen, vrouwen en kinderen stormden getooid in traditionele klederdracht en wapens hun einde tegemoet, toen de Nederlanders ze ontvingen in een regen van kogels. Lombok werd vervolgens verdeeld in twee etnische woongebieden.
Een deel was bestemd voor de 30.000 hindoeistische Balinezen en het andere deel was voor de 500.000 islamitische Sasaks. De rijkdommen van Lombok werden geplunderd door de Nederlanders. Een deel van de schatten van Karangasem werd in bruikleen gegeven aan het Bataviaasch Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen. De rest kwam grotendeels terecht in het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden. Via de Balinese en Sasakvorsten, die een groot deel van hun inkomen moesten afstaan, zouden de Nederlanders indirect over Lombok heersen.
De Nederlanders wisten door het toepassen van dwangarbeid de bouw van negen dammen te realiseren waardoor de rijstproductie sterk toenam. Met de invoering van een belastingstelsel werd de druk op de bevolking verder verhoogd. De hongersnood die de Japanse bezetters in de Tweede Wereldoorlog veroorzaakten, bracht niet bepaald verlichting in het lijden. Na de onafhankelijkheidsverklaring van de Indonesische republiek in 1945 was Lombok nog deel van de Nederlandse Oost-Indische Federatie. Nederland moest Lombok echter opgeven in 1949.
Postkoloniaal
In 1951 werd Lombok onderdeel van de nieuwe provincie Nusa Tenggara Barat. Mataram werd de provinciale hoofdstad. De invloed van de aristocratie zou gaandeweg afnemen. Daarentegen zou de invloed van een groep orthodoxe moslimgeleerden toenemen. In bepaalde gebieden van Lombok is deze groep machtiger dan de lokale regering. De islamitische partij PPP krijgt veel steun bij de vijfjaarlijkse verkiezing in Lombok. De agrarische sector zou lange tijd de belangrijkste bron van inkomsten vormen voor Lombok. Het toerisme is de laatste jaren echter sterk in omvang toegenomen.