Sulawesi was ooit de zetel van het machtige koninkrijk Gowa. Wanneer de Nederlanders arriveren perken ze de macht van de sultan van Gowa in. Het zou echter nog tot de negentiende eeuw duren voordat de Nederlanders het hele eiland in handen hadden. Nadat Indonesie de onafhankelijkheid bereikte, volgde vanuit Sulawesi verzet.
Prekoloniaal
Het eiland Sulawesi werd door zijn strategische ligging regelmatig bezocht door handelaren uit Java, China, India, Thailand en later ook Europa. De zuidelijke kuststreek van Sulawesi was tot en met de veertiende eeuw onderworpen aan het gezag van het hindoe-Javaanse rijk Majapahit. Het zuidelijk deel van Sulawesi zou ook de belangrijkste rol spelen in de geschiedenis van Sulawesi.
De Minahasa in Noord-Sulawesi hebben nooit een groot rijk ontwikkeld. Ze waren georganiseerd in een gemeenschap van onafhankelijke staatjes. Ze hadden sterke banden met het sultanaat van Ternate. Koninkrijk Luwu was het machtigst in Zuid-Sulawesi. Koninkrijk Bone nam deze rol over in de zestiende eeuw. Gowa werd echter het eerste koninkrijk op Sulawesi van enige betekenis. De vorst van Gowa was al vroeg in de vijftiende eeuw in aanraking gekomen met de islam. Na de val van Malakka in 1511 vestigden islamitische kooplieden zich in het zuiden van Sulawesi.
Makassar
Het zou tot 1605 voordat de islam de dominante religie van Gowa werd. Rond 1530 begon Gowa met de uitbreiding van haar grondgebied. De hoofdstad werd Makassar, het huidige Ujung Pandang in het zuiden van Sulawesi.
Makassar was een drukke haven en de centrale handelsplaats voor de oostelijke eilanden van de archipel. Tussen 1608 en 1611 viel Gowa Bone aan, het andere grote koninkrijk in Zuid-Sulawesi waar de Buginezen aan de macht waren. Bone werd verslagen en het bestuur werd overgenomen door Gowa. De islam kon zich zo verspreiden over heel Zuid-Sulawesi.
Koloniaal
Toen de Portugezen als eerste Europeanen het eiland bezochten in 1512 gaven ze het de naam Celebes. Niet lang daarna arriveerden de Spaanse missionarissen vanuit het noorden van de Filipijnen. De Nederlanders raakten in 1607 geinteresseerd in de regio. Ze kwamen er achter dat het rijk Gowa een bedreiging vormde voor hun monopolie op de specerijenhandel. De Nederlanders wilden dat Gowa geen handel meer zou drijven in de Molukse specerijen.
Ze sloten een verdrag met de lokale Buginese prins Arung Palakka die werd verdreven door Gowa. In 1666 begonnen de zware gevechten. In 1667 werd sultan Hasanuddin van Gowa gedwongen om een verdrag te ondertekenen dat de macht van Gowa zou beperken. Handel op de Molukken werd verboden en een deel van Makassar kwam onder bestuur van de Nederlanders. Bone werd weer het leidende koninkrijk van Zuid-Sulawesi.
De Nederlanders hadden nu de macht over het zuiden en zuidoosten van Sulawesi. Ze slaagden erin om andere Europese staten buiten te houden en daarmee min of meer de macht over Sulawesi te verkrijgen. Volledige controle over alle districten van Sulawesi kregen ze echter pas in de negentiende eeuw. Tijdens het Britse interregnum zou de vorst van Bone zich verzetten tegen de Engelse aanwezigheid. Nadat Nederland weer in 1816 naar de archipel terugkeerde weigerde de vorstin van Bone een nieuw verdrag met de Nederlanders te tekenen.
De oorlog die daarop volgde zou nog duren tot 1848. Volledige controle over Sulawesi hadden de Nederlanders echter nog niet bereikt. Noord-Sulawesi kwam in 1870 in Nederlandse handen. Een opstand van de Buginezen werd neergeslagen in 1906 en in 1905 werd het Torajadistrict bezet. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Sulawesi van 1942 tot 1945 in Japanse handen. Na de Indonesische onafhankelijkheid, wordt er een KNIL-leger ingezet in Zuid-Sulawesi om activiteiten van rebellen tegen te gaan. Duizenden doden vallen bij de massa-executies die het KNIL uitvoert.
Postkoloniaal
Nadat de onafhankelijkheid in 1949 ook internationaal en door Nederland is erkend wordt Sulawesi opgenomen bij de republiek. In 1950 vonden er overal in Indonesie opstanden plaats van de Darul Islam. Zo ook in Sulawesi. De Darul Islam streed voor een islamitische staat. Ze was teleurgesteld toen de islam na 1949 niet de staatsdienst van Indonesie werd. Lokale machthebbers in Sulawesi waren echter ook ontevreden over de centrale regering in Java.
Vooral de Minahassers weigerden de bevelen uit Java op te volgen. Nadat leiders van delen van Sulawesi zich aansloten bij de tegenregering, die werd opgericht in 1958 in Padang (Sumatra), volgt er een burgeroorlog. In Noord-Sulawesi zou deze oorlog voortduren tot 1961. De rebellen in Zuid- en Zuidoost-Sulawesi vochten door tot 1965. Wanneer Suharto aan de macht komt worden er grote stappen gezet om Sulawesi te integreren bij de republiek.
Na de val van Suharto in 1998 valt ook zijn strakke en harde regime weg. Op Sulawesi in Poso volgen in april 2000 ongeregeldheden tussen christenen en moslims die zouden voortduren tot december 2001. Bij deze acties vallen ruim 300 doden.